Lundur - Grímsstadir

We brengen vandaag een bezoek aan de Dettifoss en Mývatn. We lopen over het lavaveld van de Krafla waar de dampen nog van opstijgen.

Als we al even in bed liggen, komt er nog een auto aanrijden. Vlak naast ons wordt nog een tent opgezet en vier mensen zitten nog tot diep in de nacht aan de picknicktafel te praten. Om half negen zijn we er uit en om negen uur zitten we heerlijk in de zon te ontbijten. De tent is bijna helemaal droog als we hem inpakken. We gaan op weg naar het nationale park Jökulsárgljúfur. We nemen weg F862, een zeer slechte weg, die we bijna 35 kilometer volgen. Daar doen we dan ook een uur over. We rijden eerst door een schitterend heuvelachtig heidegebied. Daarna gaat het over in een rotslandschap. Gelukkig komen we niet veel mensen tegen, want de weg is hier niet echt breed. Vanaf de parkeerplaats lopen we tien minuten naar de Dettifoss.

Een waterval die weer heel anders is dan alle anderen, die we gezien hebben, omdat deze helemaal bruin grijs van kleur is, vanwege de vele klei die afgevoerd wordt. We lopen ook nog even naar de Sellfoss, maar deze is stukken minder indrukwekkend. We lopen terug naar de parkeerplaats, waar Michiel nog op zoek gaat naar de plaatselijke camping; een beschut veldje met twee jerrycans water. We nemen de auto en gaan over de slechte weg weer helemaal terug naar Ásbyrg.
We nemen nu weg nr 864 aan de andere kant van de Jökulsá á Fjöllum. Het eerste stuk van deze weg is erg zanderig. De temperatuur loopt lekker op en in de zon is het soms zelfs 20º C. Je ziet de auto's al van verre aankomen door de gigantische stofwolken die dat teweegbrengt. We stoppen even om van deze kant naar de Hafragilsfoss en Dettifoss te kijken, maar van de ander kant was het stukken mooier. De natuur was overigens aan de andere kant van de rivier ook veel mooier. Het tweede gedeelte van deze weg is stukken beter; het grindpad lijkt wel een asfaltweg. Maar de laatste paar kilometer voordat we de ringweg bereiken zijn weer erg zanderig. We rijden de ringweg op richting Mývatn. We rijden door een groot rotslandschap; zover als je kijken kunt liggen er stenen. Doordat de bewolking nu stukken hoger is, kunnen we overal waar we kijken bergtoppen en bergruggen zien liggen. Soms een berg midden in het vlakke rotslandschap, dan weer verschillende toppen bij elkaar. Verschillende keren denken we de Askja te kunnen zien, maar deze ligt ruim 100 kilometer weg en is niet zo hoog, naar alle waarschijnlijkheid zien we de Herdubreid liggen die ruim 1600 meter hoog is en slechts 65 kilometer van de weg af ligt. Vlak voor we Mývatn bereiken gaan we een kijkje nemen bij de Krafla. Er staat hier een geothermische krachtcentrale. We rijden eerst door naar het parkeerterrein bij de Víti. Dit is een met water gevulde explosiekrater uit 1724. We kunnen hier een stukje over de rand van de krater lopen. We zijn de auto nog niet uit of we worden bestookt door de vliegen en muggen. Als we de krater gezien hebben, rijden we naar een ander parkeerterrein en lopen over een voetpad door een oud lavaveld richting de kleurrijke berg Leirhnjúkur die een stukje verderop ligt. Hier ligt een klein solfatarenveld, maar veel indrukwekkender is het immense lavaveld. De Krafla is een vulkaan die van 1975 t/m 1984 negen keer actief is geweest en tal van aardbevingen gekend heeft. Ten noorden van de Krafla ligt een uitgestrekt lavagebied. We zien de lava in allerlei kleuren van pikzwart naar grijs en wit. En er is ook enige lava al begroeid met mos. Maar de meeste lava is nog niet begroeid. We kunnen een stuk over het lavaveld lopen. Links en rechts van ons komen de dampen nog omhoog. Echt heel bijzonder. Na anderhalf uur hier te hebben rondgekeken, hebben we al zo veel op video en gefotografeerd, dat we besluiten te gaan. Het is ook al kwart voor zes. Als we terugkomen bij de ringweg gaan we toch ook nog maar even bij Hverarönd kijken. Dit is een heel mooi solfatarenveld met kokende modderpoelen en zwavelbronnen. Al weer maken we veel foto's en dan zijn we de vliegen en muggen echt zat en vertrekken we op zoek naar een camping. Vlak voor Mývatn komen we langs een warmwatermeer waarin volop gebadderd wordt. Een klein stukje verder in Reykjahlíd rijden we de camping op, maar we zijn nog niet uitgestapt of we zien tientallen vliegen rond de auto vliegen. We kijken elkaar aan en besluiten om maar een andere camping op te zoeken wat verder weg van Mývatn (muggenmeer). We zijn allebei in de veronderstelling dat we op de ringweg een bordje met camping gezien hebben. Maar na 25 kilometer rijden weten we al het niets wordt. In het boekje bladerend zien we dat in Grímsstadir een hele eenvoudige camping zit, dus die wordt het dan maar. Als we de tent willen opzetten, blijkt al wel dat het hier erg hard waait. Met veel moeite zetten we de tent op. Daarna maken we snel een kant-en-klaar maaltijd macaroni en eten we het restant vruchtjes op. Even afwassen en om acht uur zitten we in de tent met boeken en puzzelboekjes. Het blijft enorm waaien en rond kwart voor negen komt de ward langs om geld op te halen. We vandaag weer heel wat kilometers gereden, terwijl we hemelsbreed slechts 57 kilometer verder zijn gekomen.

Grímsstadir 15º C - 18º C 241 km