NP Tapanti

We maken een wandeling door NP TapantiWe rijden onderweg naar het NP Tapanti tussen de koffieplantages door. In het Nationaal Park lopen we twee verschillende wandelingen.

Na een lange nacht zijn we als het licht wordt al weer wakker; het is net vijf uur geweest. Als de wekker twee uur later afloopt, gaan we er gelijk uit. Als we om half acht het restaurant in komen lopen, staat er een fruitbuffet en wel twintig glazen ingeschonken jus d'orange klaar. We verbazen ons erover, maar een kwartier later komt er een bus aanrijden met mensen, die vandaag gaan raften. Zij schuiven hier eerst aan voor het ontbijt. Wij krijgen na ons fruitontbijt nog een spiegelei met ham en zalig vers stokbrood. Het ontbijt is hier prima.

Om half negen gaan we op pad. We rijden de heuvel af in de richting van Orosi. Hier volgen we de bordjes Nationaal Park Tapanti. Al vrij snel is de weg onverhard. Links en rechts van de weg liggen de koffieplantages. We passeren een dorpje en als we weer tussen de plantages door rijden, ligt er een grote slang op de weg. We zien hem alleen niet wegglijden; waar is hij gebleven?

Het is zo'n tien kilometer naar het park. Bij de ingang koopt Michiel kaartjes en krijgt hij een plattegrond. Van de uitleg heeft hij niets verstaan, omdat de man alleen Spaans spreekt. We mogen met de auto het park in. Na een kilometer rijden is er een parkeerplaats, waar we de auto neerzetten. We kiezen voor de wandeling van 1,2 km. Dit is een eenvoudige wandeling, bijna zonder hoogteverschillen. Op verschillende plaatsen zijn er overdekte picknicktafels en openbare toiletten. Het zal hier in de weekenden wel erg druk zijn. Maar vandaag zijn we hier alleen.

Over deze houten brug moeten we met de autoNa deze korte wandeling beginnen we ook nog aan de wandeling van twee kilometer, die aan de andere kant van de weg start. Vanaf de eerste minuut gaat het flink omhoog door het regenwoud. Veertig minuten lang steigen we alleen maar. We lopen steeds over een smal bospad en moeten goed uitkijken waar we onze voeten neerzetten, omdat het soms nat en glibberig is. Tussen de wortels van de bomen klimmen we omhoog. We horen veel vogels en zien een paar mooie vlinders. Ik zie nog net een katachtig beest met een flinke staart langs de stam van een boom naar beneden komen, maar de kop heb ik helaas niet gezien. Later bedenk ik dat het een wasbeer geweest is. We horen meerdere troepen brulapen, maar ook dat blijft alleen bij horen.

Eindelijk komen we op het hoogste punt en beginnen we voorzichtig aan de afdaling. We moeten soms erg grote stappen maken en geen één tree is net zo hoog als de vorige. Je moet goed uitkijken waar je je voeten neerzet. Het is wel een prachtige wandeling en ondanks dat het niet overdreven warm is, levert ze het nodige zweet op. Als we terug zijn bij de auto, rijden we naar het eind van het park. Daar is een uitzichtpunt en kunnen we de waterval in de verte zien. We hebben genoeg gelopen en rijden naar de uitgang van het park.Het huis van de Dromer

Het is net twaalf uur geweest en we besluiten het meer rond te rijden. Het is een leuke route, waarbij we door allerlei dorpjes tussen de koffieplantages heen rijden en mooie uitzichten hebben. Opeens rijden we voorbij het huis van de Dromer. Michiel rijdt een stukje achteruit en ik stap uit om foto's te maken. Een man is bezig in de werkplaats en wenkt ons binnen te komen. Hij maakt schitterende kunstwerken uit koffiehout; zelfs van de wortels heeft hij mooie houtsnijwerken gemaakt. We kiezen een werkstuk uit om mee naar huis te nemen, ondertussen raakt Michiel met de man aan de praat en ik neem een aantal houtsnijwerkjes op de foto. We fotograferen ook nog aan de buitenkant van het huis. Aan de voorzijde is "het laatste avondmaal" afgebeeld. Dan nemen we de auto en vervolgen onze weg.

We rijden over de stuwdam en slaan af naar het Ujarras. Daar liggen de resten van de oudste kerk van Costa Rica. Het is even zoeken, maar dan staan we opeens bij de ruïne. Na deze korte fotostop, rijden we door naar Paraiso. We halen iets lekkers bij de bakker, zodat we dadelijk bij ons hotel iets kunnen eten. Ik haal bij de bar twee flesjes limo en we zitten voor onze kamer, terwijl de hond wacht of er voor hem iets over blijft.

Tegen half drie besluiten we nog naar Cartago te rijden om de kathedraal te bezichtigen. Cartago ligt maar zo'n zes kilometer van Paraiso; beide steden zijn bijna aan elkaar gebouwd. Net buiten de stad tanken we. Op goed geluk rijden we het centrum in en voor we er erg in hebben, staan we naast de kerk. We parkeren langs de stoeprand, alhoewel we niet precies weten of dat hier wel mag.

De katheraal van CartagoDe voorkant van de kerk is erg mooi. De fundering is in 2004 voor de derde keer vernieuwd. Nu zijn ze van binnen groot onderhoud aan het plegen. Ook van binnen ziet de kathedraal er mooi uit, ze heeft schitterende glas-in-loodramen. Na een rondje door de kerk lopen we terug. Michiel gaat in de auto zitten, terwijl ik snel een winkeltje binnenloop, dat helemaal vol staat met religieuze artikelen; beeldjes, kettinkjes, hangers, bijbels, kerstallen, enz. We rijden op goed geluk door het centrum. Het is net een westerse stad; alles is hier te koop. Het verkeer is redelijk rustig; geen getoeter, zoals in Azië en Afrika. Het is duidelijk wie er voorrang heeft en iedereen houdt zich eraan. Opeens komen we ook nog langs "ruinas". Waarna we vrij snel terug zijn op de route naar Paraiso. Als we de stad doorrijden wordt de lucht al flink donker en we zijn ons hotel net binnen als er een gigantische bui losbarst.

Het trekt helemaal dicht. Vanuit onze kamer kunnen we de straat beneden ons niet meer zien liggen. We zitten echt middenin de wolken en het begint ook nog te onweren. Na een goed half uur doen we de schuifpui dicht, omdat het ondertussen al wel erg veel binnen geregend heeft. Het zicht wordt wat beter; we kunnen Orosi zien liggen, maar het blijft regenen. Gelukkig niet meer zo hard, maar op zo'n golfplaten dak lijkt het heel hard. Michiel gaat internetten bij de receptie en ik ga even later een kijkje nemen. Samen typen we een mailtje voor het thuisfront. Het loopt ondertussen al tegen zessen; tijd om te gaan eten. We komen als eerste gasten in het restaurant. Maar na een kwartiertje komt er een groep Amerikaanse scholieren binnen. We bestellen weer iets lekkers te eten en als toetje regelen we weer zo'n heerlijk ijsje. We krijgen er net als gisteren een echt Costa Ricaans likeurtje bij; deze keer appellikeur. Michiel gaat na het eten de puzzelboekjes halen en we blijven tot half negen in het restaurant zitten. De groep Amerikanen is dan al weer vertrokken en in het restaurant zijn ze alles aan het opruimen.