Shiptons Camp - Sirimon Park Gate

Een pittige afdaling door een moerasachtig weiland. Onderweg naar de uitgang van het nationaal park komen we apen tegen.

Gelukkig worden we vandaag weer gewekt door het zonnetje. Het is niet geheel wolkeloos, maar het is wel lekker weer. We staan om zeven uur op en kunnen om half acht ontbijten. De tent kan ondertussen lekker drogen in de zon. Na het eten pakken we onze spullen en de tent in. Als iedereen alle bagage heeft verzameld, roepen we alle dragers bij elkaar. Het is vandaag de laatste dag dat ze voor ons werken. Eén van de medereizigers houdt in het Engels een korte toespraak en geeft ze daarna allemaal hun fooi.

Het weer wordt steeds mooier en we schieten nog wat plaatjes. Om negen uur vertrekken we voor de lange afdaling. We lopen rustig dalend en af en toe een beetje stijgend de vallei uit. Het loopt prettig, maar we blijven wel flink op hoogte. Als we om half twaalf nog even pauzeren trekt het behoorlijk dicht en lijkt het te gaan regenen. Maar gelukkig blijft het nog even droog. We dalen nu wel af de mist in. Er volgt een pittige afdaling door een moerasachtig weiland vol met grote graspollen. Bij elke stap moet je goed uitkijken, waar je gaat staan.

Als we een watertje overgestoken zijn, kunnen we weer een gewoon pad volgen. Maar voordat we verder kunnen, doen we eerst onze poncho's aan, omdat het miezert. We zetten er flink het tempo in en dalen over het soms modderige pas snel af naar de hut waar we lunchen. Het pad slingert nogal en opeens ben ik de groep voor me kwijt. Ik wacht even op Michiel die 100 meter achter me loopt en we vragen of de gids Josaja voorop gaat lopen.
We komen om kwart voor twee in de hut aan. In de hut krijgen we eerst een of andere flauwe soep. Daarna zijn er gekookte aardappelen met twee verschillende groetensauzen. In plaats van thee krijgen we lauwe ranja. Als de reisleidster gaat informeren of het gebruikte water gekookt is, blijkt dit niet het geval te zijn. Precies een uur later hijsen we ons weer in onze poncho's en gaan we het laatste stuk van onze trekking volbrengen.

We hebben nog twee uur een glibberend jeepspoor te gaan. We zijn weer terug in het regenwoud en opeens zien we apen aan de kant van de weg.

Mooie grote beesten; sommigen rennen snel weg, anderen blijven nog even zitten. We mogen niet alleen lopen in verband met de kans dat er olifanten oversteken, maar natuurlijk zien we er geen. Na twee uur glibberen zien we de uitgang van het nationaal park. Dan kan onze kampeerplaats niet ver weg meer zijn. Een bewaker wijst ons in gebrekkig Engels de weg.

Op goed geluk loop ik een bospad in en kom weer een bewaker tegen, die me vertelt dat ik door moet lopen. Ik roep Michiel dat we goed zitten. Als we een stukje verder lopen, zien we de grote groene etenstent staan. Tot onze verrassing staan alle tentjes al; dat is boffen na zo'n vermoeiende dag. We pakken een krukje om eerst even bij te komen, terwijl alle dragers door de hoofdgids betaald worden. De een na de ander stapt in het taxibusje dat gereed staat. Als iedereen betaald is, gaat het busje dicht en zwaaien we ze uit. Ondertussen is onze groep bijna compleet. We richten de tent in en ik ga lekker liggen, want ik ben behoorlijk moe. Als de soep er is, kom ik even m'n bed uit. Maar meer honger heb ik niet, dus zoek ik m'n slaapzak weer op. Ondertussen gaat de rest van de groep rond het kampvuur zitten, waar ze nog rijst met groentensaus krijgen.Tegen tienen gaat het regenen en zoekt iedereen z'n tent op.