Na een bezoek aan het plaatselijke schooltje rijden we richting Arusha, waar we een rustige middag hebben.

Om zeven uur staan we op. Er is dan al volop leven op de camping. De laatste keer alles inpakken en de tent opruimen. We worden er steeds handiger in. Al ruim voor achten zijn we klaar. Aan de ontbijttafel drinken we alvast een kop thee. Precies om acht uur komt de toast op tafel. We eten op ons gemak en laden daarna onze bagage in de jeeps. Tegen negen uur rijden we weg. De eerste stop hebben we bij het schooltje om de hoek van de camping. Er worden pennen afgegeven aan de leerkracht, terwijl wij even rondkijken in school en de enthousiaste kinderen filmen.

Zeker twintig minuten later rijden we verder richting Arusha. Het is zwaarbewolkt weer, maar de zon komt af en toe door. Na twee uur rijden zijn we bij de slangenfarm. Iedereen bezoekt het toilet en dan wordt besloten om toch door te rijden en niet naar binnen te gaan.

Een kwartiertje later stoppen we voor de lunch. Op een terras lekker in de zon eten we de kaasgroentesandwich, kip en banaan op.We rijden er na een goed half uur weg en Babuu vertelt dat het nog maar een kwartier rijden is naar Arusha. Dat heeft hij goed ingeschat en al snel rijden we de drukte van de stad in. Na een minuut of tien rijden we het parkeerterrein van Novotel Mt. Meru op. Het ziet er allemaal groots en chique uit.
Twee mannen zetten alle bagage op trolley's en in de hal worden we ontvangen met een glas sap en verfrissingsdoekjes. De kamers worden verdeeld en we gaan met de lift naar boven. Op de kamer gekomen blijkt dat we geen water hebben. Michiel belt met de receptie en krijgt te horen, dat ze een probleem hebben. Na twintig minuten hebben we nog geen water en besluiten we de stad in te gaan. Beneden in de souvenirwinkel komen we onze reisleidster tegen en vertellen haar over het waterprobleem. Zij vertelt ons dat het wel twee tot drie kilometer lopen is naar het centrum.

We beginnen aan de tocht maar keren al vrij snel om, omdat we de weg die op ons kaartje staat niet tegenkomen. Als we terug op de kamer zijn, hebben we wel water, maar doet het toilet het niet. Dus belt Michiel weer met de receptie.

Het weer is vandaag niet zo best. Het is erg bewolkt en pas na vijven klaart het op. Jammer want het hotel heeft een leuk zwembad, maar daar is het absoluut geen weer voor. Na het douchen besluiten we weer op pad te gaan. Nu vinden we de weg naar het centrum wel, ondanks dat we ruim een half uur onderweg zijn. We lopen een klein rondje en bezoeken verschillende boekwinkels. We lopen terug en aan de hand van de plattegrond die we bij ons hebben, vinden we een kortere weg en zijn we binnen de helft van de tijd terug bij het hotel. De weg die we hadden moeten hebben, begint als zandpad langs het hotel. Logisch dat we dat vanmiddag niet gezien hebben.

Als we op de kamer komen, blijkt het toilet in ieder geval gemaakt te zijn. We lezen, puzzelen en kijken televisie, totdat het tijd is om naar beneden te gaan. We hebben om zeven uur afgesproken in de hal. De reisleidster heeft iets besproken bij een Indiaas restaurant. Het is bijna een half uur lopen in de richting van het centrum. We bestellen allemaal wat anders en wachten af wat ons voorgeschoteld wordt. De lekkerste dingen worden op tafel gezet; bij het afruimen is er bijna niets meer over.

Na het eten bieden we de reisleidster een cadeautje aan; een mooi boek over Tanzania en een fles olifantendrank. Om half tien lopen we in het donker terug. Best gevaarlijk blijkt, want twee mensen van onze groep vallen in een flinke greppel. Het is al tien uur geweest als we het hotel bereiken. We zoeken direct onze kamer op.