Golden Gate NP

De secretarisvogel gaat aan de wandelWe gaan op weg naar het Golden Gate NP. Onderweg passeren we een 2165 meter hoge pas. 's Middags maken we een wandeling en genieten van het mooie weer en het uitzicht.

Om zeven uur loopt de wekker af. We stoppen de laatste spullen in de tas en zijn op tijd voor het ontbijt van half acht. Nog even terug daarna voor de tassen en precies om kwart over acht zit onze bagage in het karretje.

Het is nog geen half negen als we wegrijden; het is mooi weer alleen lijkt het wat heiiger dan de afgelopen twee dagen. We zijn bijna een uur onderweg als we bij een "gierenrestaurant" bij de Sterkfonteindam komen. Ze leggen hier de kadavers van dode dieren neer, zodat de gieren ze kunnen opeten. Helaas zien we geen gieren, maar wel een heilige ibis en twee soorten raven; de witnekraaf en de schildraaf.

Onderweg zien we een jakhals en meerdere secretarisvogels. We gaan over een 2165 meter hoge pas met aan de ene kant fantastisch rode bergen en aan de andere kant een zandsteenvallei. De weg slingert door de hoogvlakte en opeens zien we vier springbokjes langs de weg. We maken nog een ommetje met de bus om naar nog een gierenrestaurant te gaan. We moeten een klein stukje de bergrug opklimmen en we zien van verschillende dieren de karkassen liggen, maar helaas geen gieren te zien.

Tegen twaalf uur zijn we bij het Glen Reenen Restcamp, dit ligt op 1915 meter hoogte. Het zijn weer van die leuke ronde huisjes. Wij krijgen een sleutel, waarmee we in een aantal huisjes binnen kunnen. We hebben één huisje over en dat gebruiken we om alle levensmiddelen neer te zetten. We zetten de tafel en stoelen buiten in de zon en maken onze lunch.

Prachtig gekleurde rotsenOm één uur zijn we klaar voor de middagwandeling. We stijgen flink en lopen langs een geweldige rotswand met allemaal verschillende kleuren. We nemen eerst een kijkje bij de Mushroom Rock, waarbij het bovenste gedeelte flink overhelt. Onderweg zien we twee elandantilopen, dat zijn echt grote beesten. We lopen een stukje terug en stijgen nog verder, lopen langs een rotswand en komen via een staalkabel op een schitterend uitzichtpunt uit. We rusten even uit, genieten van het uitzicht en gaan via talloze trappetjes op weg naar beneden. We moeten een stukje langs de weg lopen, voordat we terug zijn bij onze huisjes.

De zon schijnt nog en we drinken buiten met een aantal mensen iets lekkers. Zodra de zon om kwart over vijf achter de bergrug verdwenen is, wordt het fris en gaan we naar binnen. Eindelijk tijd om de kaarten te schrijven, die we ruim een week geleden al gekocht hebben. Om half zeven verzamelen we in het lege huisje, zodat de reisleider iets over morgen kan vertellen. Daarna gaan we met de bus naar het restaurant dat één kilometer verderop ligt.

Het is ondertussen flink afgekoeld en het waait hard. We eten vanavond weer van het buffet, maar niet zo luxe als gisteren. Om negen uur staan we weer voor ons huisje. We hadden de verrijdbare radiator aan laten staan, dus de kou is er nu wel uit. We twijfelen of we misschien boven moeten gaan slapen, omdat het daar warmer is, maar daar heb je ook meer last van de carbolineumlucht. De anderen uit onze groep hadden het allemaal over een elektrische deken en tot onze verbazing hebben wij die ook eentje op ons bed liggen. Ik zet hem op de hoogste stand en binnen een mum van tijd hebben we een heerlijk verwarmd bed en dat in onze rondavel.