Vulkaan Irazu

Vulkaan IrazuWe bezoeken de 3430 meter hoge vulkaan Irazu en lopen langs de asvlakte Playa Hermosa.

Ik heb rond middernacht nog even de groep met Costa Ricaanse studenten gehoord, maar gelukkig ben ik weer heerlijk in slaap gevallen. En als het licht wordt, ben ik gelijk wakker. Het is net vijf uur geweest. Om zeven uur loopt de wekker af en als ik de lamellen een stukje open schuif, is het bijna wolkenloos. Ik pak snel m'n fototoestel en schiet een paar mooie plaatjes.

We kleden ons aan en lopen naar het restaurant voor het ontbijt. Het hele ontbijtbuffet staat er al en we maken gelijk een fruitontbijtje klaar. Daarna komt de ober vragen wat we nog meer als ontbijt willen. We bestellen een gebakken eitje met bacon en we laten het ons allemaal lekker smaken.

Gelijk na het ontbijt gaan we op pad. Het is pas kwart over acht als we de parkeerplaats afrijden en richting Paraiso gaan. Michiel neemt te snel een weg naar rechts en prompt rijden we tegen het verkeer de straat in. We merken het eigenlijk pas als we aan het eind van de straat komen en daar door een tegemoet komende bestuurder verontwaardigd gekeken wordt. Door naar Cartago, waar we via de kathedraal op de weg naar de vulkaan Irazu belanden.

Schitterend groen water in deze top van vulkaan IrazuWe rijden de stad uit en de komende dertig kilometer blijft de weg alleen maar stijgen. De weg is van goede kwaliteit, soms zijn ze aan de rand van de weg aan het werk om de afwatering aan te leggen of te verbeteren. We hebben regelmatig mooi uitzicht over het dal. Als we op zo'n 2000 meter zijn, komen we ter hoogte van de stapelwolken, maar gelukkig schijnt erboven de zon. Er hangt alleen een grote wolk bij de top van de vulkaan. Als we straks maar wat kunnen zien.

We rijden door een agrarisch gebied, overal wordt gewerkt op het land. De koffieplantages zien we vooral aan de voet van de vulkaan. Wat hoger zien we velden met aardappelen, wortels, uien en kolen. Hoe hoger we komen hoe minder huizen er nog staan. We krijgen weer het idee, dat we de enigen zijn. Dan opeens staan er bij een huisje twee pionnen midden op de weg. Hier moeten we de entree voor het park betalen. We moeten daarna nog 1½ km rijden en dan zijn we bij de parkeerplaats. Een tiental auto's staat er al.We nemen wat zand mee van Playa Hermosa

We stappen de auto uit en merken meteen dat de temperatuur hier prima is. En dat terwijl we onze trui meegenomen hebben, omdat er in de boekjes staat, dat het hier erg fris zou zijn. We lopen over het geasfalteerde pad langs het Playa Hermosa; een grote asvlakte. En dan staan we aan de rand van de 3430 meter hoge vulkaan. We kijken vanaf het randje de krater in; 300 meter lager ligt een schitterend groen meer. De krater heeft een doorsnede van 1 kilometer.

We kunnen langs de krater een stuk lopen en je hebt steeds weer schitterend uitzicht op de vulkaan en het meer. We lopen over de asvlakte tot we niet meer verder mogen. We hebben geluk met het weer; de zon schijnt bijna de hele tijd. Pas als we teruglopen naar de auto komen er steeds meer wolken over de kraterrand heen zetten. Vlak bij de auto zien we een wasbeer, die op zoek is naar etensresten. We gaan de souvenirwinkel binnen en kopen iets leuks als aandenken aan deze vakantie. Ik ga alvast naar buiten als Michiel in de rij bij de kassa gaat staan. Ik neem nog twee hagedisjes op de foto, voordat we om elf uur aan de tocht naar beneden beginnen.

We volgen de weg tot net voorbij het dorp Corta. Vanaf hier loopt een slingerweg naar de opgraving Guayabo. Het is een schitterende weg, die ongeveer op hoogte blijft, maar die niet zo opschiet, omdat er veel bochten in zitten en we bij schooltjes maar 25 km/u mogen. Na anderhalf uur rijden komen we een aanwijzing van het Nationaal Monument tegen. We slaan linksaf en staan gelijk op een vreselijk slechte onverharde weg. Op het bordje stond "10 km". Als we over de eerste drie kilometer al ruim een kwartier doen, pakken we de kaart en de boeken er nog eens bij. De weg is nog slechter dan de weg naar Monteverde. Het zou volgens de kaart langs de doorgaande weg liggen en er wordt nergens gesproken over een slechte weg. We besluiten terug te rijden naar de verharde weg en deze te volgen richting Turialba. We letten goed op, maar zien geen enkele aanwijzing. Pas als we bijna in de stad zijn, zie ik een bord. Michiel draait om en slaat de aangegeven richting in. Het zou nu nog 18 kilometer zijn; na zo'n zes kilometer zien we een vage aanwijzing aan de linkerkant van de weg. Het slechte onverharde pad gaat steil omhoog. Dat doen we niet nog een keer. We rijden nog even door, maar gelet op de kaart, zitten we echt fout. Jammer dat we de opgraving niet hebben gevonden, maar we geven het nu toch echt op.

In de vlindertuin van ons hotelIn Turialba zoeken we de bakker, waar we twee dagen geleden ook waren. Die hebben we vrij snel gevonden en dat in een stad met 100.000 inwoners. We zetten de auto in het straatje naast de bakker en gaan samen naar binnen om iets uit te zoeken. We eten het eerst op, voordat we het laatste stuk naar ons hotel terug rijden. Daar komen we rond de klok van half drie aan.

Ik ga in de vlindertuin de vlinders op de foto zetten, maar dat is nog geen gemakkelijk karwei. Sommige vlinders fladderen alleen maar, anderen gaan stil zitten, maar met hun vleugels tegen elkaar. Alleen de uilvlinders met een groot oog op de buitenkant van elke vleugel zit netjes stil om gefotografeerd te worden. De rest van de middag brengen we door op het terras voor onze kamer. Voordat we gaan eten, strekken we de benen nog eventjes. We lopen naar de verharde weg en weer terug. We zijn net terug als het weer begint te gieten. Lange tijd lijkt het of we vanavond weer de enigen in het restaurant zijn. Als we aan het nagerecht zitten komt er een echtpaar aan om te eten. Dat is mooi, dan kunnen we na het eten nog even blijven zitten. Ik heb nu voor het eerst het idee, dat een trui misschien best aangenaam zou zijn. Vanavond krijgen we een Costa Ricaanse byoletlikeur; gemaakt van een of andere paarse bloem. Het likeurtje heeft een crèmelaag, die je met het kleine rietje er doorheen moet roeren. Het smaakt best lekker, maar we kunnen de smaak niet helemaal thuisbrengen. Het weer blijft wisselvallig. De ene keer kunnen we de gehele Orosi-vallei zien, het andere moment is het helemaal dichtgetrokken. Het is half negen geweest als we onze kamer opzoeken en een uurtje later gaat het licht uit.