gem-mine, waterval en olifantenrit

We bezoeken we vanochtend een gem-mine en daarna de Cha Ong waterval. 's Middags maken we een olifantenrit, die snel eindigt, omdat het gigantisch regent.

Vannacht heerlijk geslapen; geen regen en het was niet koud. Om kwart over zeven lopen we richting het restaurant. Na een heerlijk ontbijtje komt onze gids aanlopen en halen wij onze rugzakken op in ons huisje. Om acht uur stappen we in de jeep. De gids van gisteren is vandaag ook weer van de partij. Hij vertelt dat we pas vanmiddag de olifantenrit gaan maken. Hij wil graag vanochtend de gem-mine en de waterval bezoeken, omdat het op die beide locaties modderig kan zijn als het vanmiddag gaat regenen. We rijden op een rustig tempo de stad uit. Na tien kilometer gereden te hebben, bezoeken we een klein dorpje. Als laatste dalen we een lange trap af richting de wasplaats. De trap is tot stand gekomen met geld van de Europese unie. Bij de wasplaats komt schoon water uit de berg. Er zijn op twee verschillende plaatsen een aantal douches gemaakt. Mensen wassen zich hier, kleding wordt gewassen en flessen water worden schoongespoeld en gevuld. Na een half uurtje stappen we weer in de jeep, die in de schaduw op ons staat te wachten. Het is nog ongeveer twintig kilometer rijden naar de gem-mine, de chauffeur rijdt rustig door het heuvelachtige landschap. Er is hier weinig originele begroeiing over; er zijn veel rubberplantages. We doen er ruim een kwartier over om bij de delvingsplaats te komen. Een plek met heel veel kleine heuveltjes rood zand. We worden door onze gids gewaarschuwd voor alle gaten in de grond. Bij een deel van de gaten zijn mensen aan het werk. Boven het gat staat een kleine stellage met een katrol. Over het geheel is een zeil gespannen. Het gat is ongeveer 60 bij 60 centimeter. Aan twee kanten zijn naar benden toe gaten in de wanden gemaakt, zodat iemand in de schacht kan afdalen en omhoog kan komen. Onderin de schacht wordt het zand in een emmer verzameld, die daarna naar boven getakeld wordt. Boven zitten mensen die het zand uit elkaar halen en kijken of er edelstenen in zitten. We lopen hier een half uurtje rond, voordat we weer in de auto stappen. Het is ruim dertig kilometer rijden naar de Cha Ong waterval. De laatste vijf kilometer gaan over onverharde weg, waarin het water diepe sleuven heeft gemaakt. De weg is soms niet breder dan onze auto. Het is goed dat we met de jeep zijn. We maken de nodige foto's bij de waterval, die schitterend ligt en naar beneden komt over een overhangende rots. We maken een praatje met het Nederlandse stel dat we de afgelopen dagen al meerdere keren getroffen hebben, maar nog niet gesproken. Na een kleine pauze lopen we terug naar de jeep. De gids vraagt waar we willen lunchen. Het is echter pas elf uur en we hoeven pas om twee uur bij de olifantenrit te zijn. We stellen voor om ons naar de lodge terug te laten brengen. Onderweg vallen een paar druppels regen, maar dat is alles. Het is nog tien kilometer rijden naar ons hotel, waar we tegen half twaalf afgezet worden.We pakken de tablet en wat andere spulletjes en gaan op het overdekte terras van het restaurant wat drinken. Het is heerlijk toeven hier en we hebben mooi uitzicht. Het is wel bewolkt, maar de temperatuur is prima. Tegen half een begint het wat meer te waaien en vallen er wat druppels regen. Aan de lucht te zien, gaat dit ook niet zo lang duren. We bestellen springrolls en vers fruit. Na een tijdje krijgen we zes vers gebakken loempia's en een heerlijk bordje vers fruit. Daar hebben we een prima lunch aan.Tegen half twee zitten we klaar om te vertrekken als de gids Pros het paadje richting de lodge op komt lopen. We lopen met hem mee en we vertrekken richting de olifantentrip. Omdat het op de route ligt, gaan we eerst een kijkje nemen bij de waterval Kachanh. De laatste vier kilometer is een slechte onverharde weg. Het is een mooie waterval, waarvoor we eerst een stukje over een hangbrug moeten. Daarna is het nog een paar kilometer verder over een slechte weg. Als we bij de plaats aankomen waar we de olifantentrip kunnen maken, blijkt dat de olifanten nog niet terug zijn. We lopen richting waterval en zien de beide olifanten al aan komen. We lopen mee naar het opstappunt; een provisorische trap leidt naar een klein platform op twee meter hoogte. We stappen vanaf het platform op het plankje dat op de olifant vastgemaakt zit. We kunnen er best goed op zitten. Op de andere olifant gaat het andere Nederlandse stel zitten en dan gaan de olifanten aan de wandel. Onze olifant heeft blijkbaar veel honger en trekt aan veel bomen en struiken. Het tempo van de olifanten ligt laag; ze lopen voorzichtig. Na ruim een half uur, komt een donkere wolk toch wel erg dichtbij. Niet veel later gaat de schuif open. We trekken onze poncho's nog aan, maar dat heeft eigenlijk niet veel zin. De olifanten worden over de weg terug geleid naar de opstapplaats, maar voor we daar zijn, zijn we helemaal doorweekt. Dit is de echte moesson. Onze gids Pro komt nog op een brommertje aanzetten met een paraplu, maar als hij ziet dat wij poncho's aan hebben, keert hij snel om. In totaal hebben we ruim drie kwartier op de olifant gezeten en 1400 meter afgelegd. Helaas zijn we niet aan de watervallen toegekomen. Zodra we bij het platform zijn, stappen we voorzichtig af en lopen we terug naar de overkapping. Helaas, het is niet anders. We stappen in de jeep en rijden de tien kilometer terug naar Ban Lung. De heftige regen is al wel gestopt; het drupt nog wat na. Bij ons huisje aangekomen trekken we droge kleren aan, hangen de natte kleren buiten te drogen op de veranda en gaan wat drinken in het restaurant. De temperatuur is prima en het zonnetje komt af en toe heel even tussen de wolken door.