Een lange rit met eerst zicht op zee, waarna we het binnenland weer inrijden om uiteindelijk in Palenque aan te komen.

Vanmorgen waren we er om acht uur uit. Om half negen hebben we alle bagage al in de auto zitten en rijden we naar de supermarkt. We halen alles wat we op het lijstje hebben gezet. Klokslag negen uur rijden we weg. We volgen de weg langs de kust naar het zuiden. We rijden een tijdje langs de kust, totdat de weg opeens het binnenland indraait. De weg draait alle kanten op en gaat omhoog en omlaag.
Na een kwartier rijden staan we opeens weer aan zee. Het is tien uur, we zetten de auto aan de kant en ontbijten met uitzicht op zee. Twee pelikanen vliegen boven zee op zoek naar hun prooi. Af en toe duiken ze loodrecht naar beneden en storten zich in het water. We gaan verder en als we Champotón voorbij zijn rijden we weer het binnenland in. Aan beide kanten kunnen we ver weg kijken; grote grasvlaktes met hier en daar wat bomen. We komen langs ranches met heel veel koeien en paarden. Vlak voor San Marco passeren we een militaire post. We zijn op de grens van de deelstaten Campeche en Tabasco. Een stukje verder bij Chablé krijgen we alweer een post. Dit keer moeten we tol betalen. We rijden nu ook gelijk de deelstaat Chiapas binnen. We gaan snelweg 186 af en slaan weg 199 richting Palenque in. Het is nu nog zo'n 25 kilometer. De weg is smaller en kronkelt richting de bergen, die we nu al zo'n half uurtje in zicht hebben. We rijden Palenque voorbij en dan opeens in een bocht zien we het hotel. Een stukje verder draaien we de auto. Het is tegen drie uur, dus mooi op tijd om nog lekker te relaxen. We rijden onder een poort door en staan recht voor een groot open gebouw met een soort rieten dak. Hier is de receptie en ook het restaurant. We schrijven ons in en krijgen de sleutel van onze kamer. Een kruier loopt mee met onze bagage. Op het terrein staan allemaal kleine witte huisjes met rieten daken. In elk huisje zijn twee kamers. We lopen terug naar de auto en halen er de laatste spullen uit. We zetten de spullen neer en kleden ons om. De temperatuur op de airco in onze kamer geeft aan dat het nu 30 ºC is. Als we buiten komen zien we nog net een grote leguaan over het pad weglopen. Daarna nestelen we ons in de ligstoelen bij het zwembad. Deze staan onder een rieten afdak, zodat we lekker in de schaduw zitten. Tot een uur of vijf is het lekker rustig rondom het zwembad, maar dan komt er een bus Fransen aan, die nadat ze hun kamer gevonden hebben, allemaal zo snel mogelijk in het zwembad gaan. Het is een gekakel van jewelste. Je ziet precies wie de Nederlanders zijn. Allemaal rustig in de schaduw.

Op een gegeven moment ontstaat er behoorlijke consternatie onder het afdakje naast ons. Hier blijkt een grote spin te zitten. Een van de obers raakt hem aan om hem te laten bewegen en ervoor te zorgen dat iedereen er leuke plaatjes van kan schieten. Hij laat hem zelfs een paar keer aan zijn dienblad hangen. Een tijdje later zien we een ober met een groot mes tussen de huisjes verdwijnen. We zijn nieuwsgierig. Welk eng beest gaat hij te lijf? Maar al na vijf minuten zien we hem met een aantal takken met bloemen terugkomen.

Iets na zevenen verlaten we ons stekje en kleden we ons om. We lopen naar het restaurant en gaan aan de kant zitten, met uitzicht op de zaal en het zwembad. Het duurt enige tijd voordat de obers ons in de gaten hebben, maar dan kunnen we drank bestellen. Het eten kunnen we zelf bij het buffet halen. Er is keuze uit rijst en spaghetti en daarnaast twee vleesgerechten en vis. Wortel, courgette en paprika vormen de bijbehorende groente. Op de rand van het terras en het gras springen de kikkers en padden in verschillende formaten rond. Als nagerecht nemen we wat stukjes meloen en ananas. Er staan ook nog allerlei bakjes met rode en groen gelei, maar daar wagen we ons niet aan. Als Michiel na het eten om de rekening vraagt, komt de ober met een grote rekenmachine en toont hierop hoeveel we moeten betalen. In het donker lopen we terug naar het huisje, gelukkig zijn de paden goed verlicht en zien we meerdere kikkers en padden over het pad springen.

368 km