Kathmandu - Barabise - Pokhare

Vanuit Kathmandu gaan we met de bus naar Barabise. Rond het middaguur gaan we te voet op pad. Een steile klim, daarna vlakker, maar wel regen.

Ik ben op tijd wakker. Het venster van onze slaapkamer kan niet helemaal dicht, dus ik hoorde de Nepalezen al vroeg bezig. We hebben alles ingepakt en ik ga beneden nog even twee flessen met gezuiverd water halen. Dan zetten we alle bagage beneden in de hal neer en lever ik de tas in, die in het hotel achter blijft.

Eigenlijk is er geen plaats meer voor ons aan tafel, maar als iedereen een stukje inschuift, kunnen we er toch nog bij. Om kwart voor acht loopt iedereen al te drentelen bij de ingang van het hotel. Iets na acht uur komen er een paar dragers, die onze bagage meenemen. Om tien over acht lopen we de straat uit richting de hoofdweg, waar onze bussen moeten staan. We komen de hoek om en ja hoor, aan beide kanten van de weg staan twee bussen. De dragers zijn al druk bezig de bagage op de bussen te laden. Tegen half negen heeft iedereen een plekje in de bus gevonden en vertrekken we. Eerst nog even door het drukke Kathmandu en daarna volgen verschillende kleine dorpjes. We passeren verschillende militaire posten, waarbij de weg afgezet is met prikkeldraad en iemand in een hokje schietklaar zit. We komen steeds hoger en rijden richting de grens met Tibet. Op zich is de weg wel goed, soms is er door overstromingen een stuk weg weggeslagen, maar op zich valt de rit niet tegen. Als we zo'n tweeënhalf uur gereden hebben, stoppen we in een druk straatje. We gaan er uit voor de lunch. In één of ander restaurant, al is dat misschien wel te veel gezegd, eten we rijst met linzen.
Daarna is het nog een half uur rijden tot we in Barabise zijn. Het eindpunt van de busrit en het begin van de trekking. De dragers hebben nog wat tijd nodig, dus slenteren we wat rond en wachten we in de schaduw, omdat het hier erg warm is. Paul San is deze trekking de sirdar; de sherpa die de leiding heeft tijdens de trek. Daarnaast hebben we nog drie sherpa's (berggidsen): Danuri (klimgids), Prim en Probin.

Iets na één uur lopen we aan. De eerste anderhalf uur lopen we alleen maar trappetjes op. Het stijgt flink en dat op het warmst van de dag. Het is een steile klim en we passeren onderweg verschillende dorpjes. Dan wordt het wat vlakker en plotseling begint het te regenen, dus trek ik mijn poncho aan. Wat later kom ik Michiel tegen, die ook z'n poncho aan het zoeken is. Samen lopen we verder en plotseling sta ik onder een afdakje met twee koeien, Perry, Nicole en Martine staan er ook. Als één van de koeien begint te plassen en daarna te schijten, is er grote hilariteit, maar ondertussen giet het nog steeds. Bijna een half uur later kunnen we verder en binnen tien minuten staan we op het eindpunt van vandaag. Snel worden er enkele flesjes bier open getrokken. Als de dragers met de tenten boven komen, worden ze verdeeld en zetten we snel onze tent op. Het is al bijna donker als we klaar zijn. De zon weg, betekent dat het bijna gelijk donker is. We komen in de gezamenlijke tent terecht waar de popcorn voor ons klaar staat. Tegen acht uur wordt het eten geserveerd. Eerst soep, dan rijst met saus en bananen na. We kletsen gezellig na en rond tienen zoek ik m'n tent op. Het is morgen vroeg dag.